een zeepkist door Marleen Bekker
Ik doe het bij elke groep. Ik doe het bij iedereen. Ik doe het bij elke training. Oké, bij games niet, maar verder doe ik het altijd: elke deelnemer een hand geven.
Luttele seconden
Dat zal deels komen door mijn uiteraard voortreffelijke opvoeding. Maar deels zet ik het doelbewust in om het mezelf gemakkelijker te maken. Want door iedereen even beet te pakken en in de ogen te kijken, werk ik al aan een sfeer van veiligheid. Ik laat zien dat ik een gewoon mens ben en geen arrogante kwakbol die [spreek uit met hete aardappel in de mond] ‘komt acteren’. Ik laat zien dat ik een vriendelijk en benaderbaar trainingsacteur ben, door hen letterlijk te benaderen met een handdruk en vriendelijk oogcontact. En door even contact te maken, geef ik hen ook de gelegenheid zich een beeld van mij te vormen. En al die dingen die gebeuren in de luttele seconden die een handdruk duurt, dragen bij aan een veilige setting. En dat is in mijn ogen zo ongeveer de belangrijkste voorwaarde om mensen vrij te laten oefenen met een trainingsacteur: veiligheid.
Laten durven
Want als mensen zich veilig voelen, durven ze uit hun schulp te kruipen. Durven ze in de arena van het rollenspel te stappen. Durven ze voor het oog van de kijkers uit te blinken en uit te glijden. En durven ze commentaar van jou en anderen te ontvangen. Het is mijn verantwoordelijkheid als trainingsacteur om ze aan het oefenen te krijgen, en dus om veiligheid te creëren. Ik weet inmiddels heel aardig hoe ik dat voor elkaar kan krijgen. En dan kun je zulke gave dingen doen met mensen en ze echt stappen laten zetten.
Met de billen bloot
Nou ben ik niet alleen trainingsacteur, maar sta ik ook als cabaretier op het podium. En ik vroeg me af: hoe zit het daar eigenlijk met veiligheid? Misschien moet ik het eens overwegen, maar tot nu toe heb ik niet de gewoonte om mijn hele publiek een hand te geven. Op zich zou dat momenteel nog wel haalbaar zijn qua aantallen – Carré staat nog op de bucketlist – maar toch doe ik het niet.
Deels komt dat door de ongeschreven regel dat je dat nu eenmaal niet doet als cabaretier of als publiek. En deels komt het omdat het publiek dat niet nodig heeft om zich veilig te voelen. Dat doen ze al: ze zijn met z’n allen, in het donker van de zaal, en ze hoeven niet met de billen bloot. Nee, ík ben hier degene die een ruimte van veiligheid moet voelen. Om in de schijnwerper van het podium te durven stappen. Om voor het oog van de kijkers geslaagde en minder geslaagde grappen te maken.
Het publiek als trainingsacteur
Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ik als cabaretier de deelnemer ben en het publiek mijn trainingsacteur. En dat is hoe ik het inmiddels veilig voor mezelf weet te maken: door mezelf per keer af te vragen wat ik wil leren tijdens de voorstelling die eraan komt. Ik stel mezelf eigenlijk een leerdoel, en het publiek geeft live feedback op wat ik sta te doen. Met een bescheiden lachje, een akelige stilte of een bulderlach. En naderhand geef ik mezelf feedback door te kijken naar wat er werkte en wat niet. Door mezelf elke keer weer de ruimte te geven om te mogen leren, hou ik mijn innerlijke zweep enigszins in bedwang. Dat creëert de veiligheid die ik nodig heb. Ik richt me op mijn eigen groeiproces en niet op het resultaat. En daardoor wordt het resultaat, mijn voorstelling, steeds grappiger.
Feedbackmomentje
Gaat de parallel tussen de training en de voorstelling zo ver dat ik meteen na afloop feedback van het publiek zou willen? Eerlijk gezegd niet – dat bevalt meestal niet. De meeste bezoekers hebben de kunst van het feedback geven duidelijk nooit geleerd. Maar datgene wat voorafgaat aan een training, elkaar een hand geven dus, dat lijkt me wél een goed idee. Daarmee zou het publiek mij enorm op mijn gemak stellen.
Wil je mij wel eens op mijn gemak stellen voor mijn voorstelling? Mijn (nog groeiende) speellijst vind je op http://www.marleenbekker.com