Skip to main content

TRAININGSACTEREN IN EEN JURIDISCHE OMGEVING geschreven door Ella Veldman

Verslag van de Online workshop op 21-06-2022: “Trainingsacteren in een Juridische omgeving” door: Dieuwke Helder

Ik ervoer het als heel verrassend en verfrissend dat zulke droge stof op zo’n fijne, luchtige en interactieve manier gebracht werd ;-)

Het begon al met niks uitgebreid kennismaken, maar gelijk ‘spijkers met koppen slaan’. Dieuwke stuurde ons na het welkom (met de hulp van onze super - gastvrouw Judith Schut) in groepjes de breakout-rooms in met de vraag: “Wanneer heb je (in een conflictsituatie) met een jurist te maken gehad en hoe was jouw ervaring ?” Elk groepje koos een van die casussen uit om plenair te presenteren. De plenaire casussen gingen over:

1. vragen over leveringsvoorwaarden i.v.m. een samenwerking met een nieuwe trainer.

2. een arbeidsconflict.

3. een situatie waarin er hoegenaamd geen plek was voor de emoties van de cliënt.

Wat er uit deze presentaties naar voren kwam was dat het gedrag en de cultuur binnen zo’n juridische omgeving vooral bestaat uit: • Gericht op feiten en waarheidsvinding. • Juristen laten over het algemeen niet het achterste van hun tong zien. • Sterk analytisch en de ratio voert de boventoon. • Gebruik van Latijnse begrippen. • Veel “mits” , “tenzij” of “enerzijds…., anderzijds” ofwel: geen eenduidige antwoorden, omdat er altijd ruimte open gehouden wordt voor uitzonderingen. • Gericht op onderbouwing van het “eigen” (lees : cliënt) standpunt. Zinnen die naar aanleiding van deze oefening vanuit de groep kwamen waren: ‘er is veelvuldig sprake van verdicht taalgebruik’ en ‘het is een soort van parallelle wereld’.

Dieuwke gaf aan: “Recht is Emotie !”

 

Juridische taal komen wij met name tegen bij: advocatenkantoren, rechterlijke instanties zoals de kantonrechter en de rechtbank, Openbaar Ministerie, Politie, bedrijfsleven, overheidsinstanties etc. ==> Grosso modo : overal waar sprake is van wetgeving, interpretatie en/of uitvoering daarvan in regels kun je te maken krijgen met juridische taal.

Dieuwke had de theorie over dit onderwerp heel helder in haar powerpoint - presentatie verwoord. Vandaar dat ik de vrijheid neem om die info grotendeels integraal over te nemen in dit verslag. ==>

Welke rechtsgebieden zijn er ?

* Strafrecht : In het strafrecht beoordeelt de strafrechter of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en daarvoor gestraft moet worden.

* Civiel recht : In het civiel recht gaat het om conflicten tussen: - particulieren - organisaties - particulieren en organisaties

* Bestuursrecht: Een bestuursrechter spreekt recht in conflicten tussen: - particulieren en overheid - organisaties en overheid ==>

En hoe zit het dan met de andere Rechtsgebieden ? De indeling in 3 (zoals hierboven) heeft te maken met het type conflict en de partijen die daarbij betrokken zijn. Er zijn uiteraard veel specialisaties (ook wel aangeduid als rechtsgebied) in het recht ! Deze specialisaties zijn weer te rangschikken onder ofwel civiel recht ofwel bestuursrecht. Bijvoorbeeld: * Arbeidsrecht ! ! ! civiel recht * Fiscaal recht ! ! ! bestuursrecht * Verzekeringsrecht ! ! civiel recht * Personen- en familierecht civiel recht * Ondernemingsrecht! ! civiel recht * Notarieel recht! ! ! civiel recht ==> Hoe is het recht georganiseerd? * Rechtbanken en Kantonrechters:

Een rechtszaak begint meestal bij de rechtbank. Er zijn 11 rechtbanken in Nederland. Deze beslissen over civiel recht, bestuursrecht en strafrecht. a. De kantonrechter binnen het civiel recht: De kantonrechter behandelt binnen het civiel recht: civiele zaken tot een bedrag van € 25.000, arbeidszaken, huurzaken, consumenten-koopzaken en consumenten-kredietzaken. Ook bewind, curatele, mentorschap, het verwerpen of (beneficiair) aanvaarden van een erfenis zijn onderwerpen voor de kantonrechter. b. De kantonrechter binnen het strafrecht: De kantonrechter berecht hierbij de lichte strafzaken: een snelheidsovertreding, het misdrijf stroperij, het in beroep gaan tegen een verkeersboete voor b.v. door rood licht rijden (beroepsprocedures Mulder-zaken).

* Gerechtshoven: Wie het niet eens is met een uitspraak van de rechtbank, kan in hoger beroep gaan. Er zijn 4 gerechtshoven. Ze behandelen strafzaken, civiele zaken (zoals scheiding), kantonzaken (zoals ontslag) en belastingzaken.

* Hoge Raad: De Hoge Raad is de hoogste rechter en kan besluiten dat een rechtszaak over moet. De Hoge Raad kan ook besluiten dat een rechtszaak heropend moet worden (herziening). 

* College van Beroep voor het bedrijfsleven: Het CBB behandelt zaken in hoger beroep over de Mededingingswet, Postwet, Warenwet, Telecommunicatiewet en financiële toezichtwetgeving. CBB doet ook de tuchtrechtspraak voor accountants en hoger beroep over de Meststoffenwet.

* Centrale Raad van Beroep: De CRvB oordeelt in hoger beroep over zaken over studiefinanciering, ambtenarenrecht en sociale zekerheidsrecht.

* Raad van State: De Raad van State is de hoogste algemene bestuursrechter. Ze beslist b.v. over bestemmingsplannen, gasopslag in de bodem, grote windmolenparken. Daarnaast behandelt de Raad van State vreemdelingenzaken in hoger beroep. ==> Openbaar Ministerie (OM) =>

De hoofdtaken van het OM zijn: • leiding geven aan de politie bij het opsporen van strafbare feiten. • strafbare feiten vervolgen en verdachten voor de rechter brengen. • afdoen van strafbare feiten zonder tussenkomst van een rechter. Het OM bemoeit zich alleen met het strafrecht. Dus niet met burgerlijke zaken als huurgeschillen, arbeidskwesties of echtscheidingsprocedures. De officier van justitie vertegenwoordigt het Openbaar Ministerie (OM) en: • geeft leiding aan het opsporingsonderzoek. • kan lichte strafbare feiten zelf vervolgen. • kan besluiten om een zaak niet in behandeling te nemen : seponeren – b.v. bij gebrek aan bewijs. • treedt in de rechtszaal op als aanklager middels de tenlastelegging en het requisitoir. ==>

Advocatuur: * Een advocaat (= raadsman of raadsvrouw) is jurist (rechtsgeleerde) die in rechtszaken belangenbehartiger is voor één partij (of meerdere partijen met een identiek belang). * Binnen Nederland zijn er ± 17.350 advocaten werkzaam en zijn er ± 4.900 kantoren. Het aantal juristen en advocaten in Nederland is de laatste tien jaar meer dan verdubbeld. * Een advocaat is altijd een jurist doch een jurist hoeft niet altijd een advocaat te zijn ! Advocaat word je pas na het volgen van een 3 – jarige advocaat-stage en dan een beroepsopleiding. Als dat met succes gebeurd is, word je beëdigd en mag je je inschrijven bij het tableau. Uiteraard moet je voorafgaand aan de advocaat-stage met succes een studie Rechtsgeleerdheid hebben afgerond.

Vervolgens werden wij door Dieuwke wederom in breakout-rooms geplaatst Dit keer met de opdracht om te experimenteren met hoge en lage status. Hoge status: • veel ruimte innemen • grote gebaren maken • duidelijke, rustige manier van praten • lang oogcontact Lage status: • jezelf klein maken • ingehouden • onzekere manier van praten • veel wegkijken We mochten zelf een onderwerp kiezen waar we veel (of iets) vanaf wisten en daarmee moesten we de ander, zowel vanuit hoge status als vanuit lage status, overtuigen. Daarna deelden wij plenair onze ervaringen met status in relatie met de ander overtuigen. 

We waren unaniem van mening dat het nog behoorlijk lastig is om vanuit lage status de ander te overtuigen. En dat diezelfde lastigheid zich ook voor kan doen tussen een jurist / advocaat en een cliënt.

Om de interactiviteit er in te houden, had Dieuwke een drietal casussen, die zij verdeelden over de breakout-rooms. Daar gingen wij in tweetallen aan de slag met die casussen, waarvan ieder alleen diens eigen deel mocht weten / lezen. Ook daarmee weer heerlijk kunnen oefenen met lastige situaties in een juridische omgeving. We waren het erover eens dat een interessante vervolgstap zou kunnen zijn om o.l.v. Dieuwke een middagje naar de rechtbank te gaan. Zodat wij er nog meer beeld bij krijgen.

 

We sloten deze inspirerende en informatieve workshop af met een Termen-quiz, waarvan wij een dag later pas alle antwoorden toegestuurd kregen ;-)

  • 1. de facto = in de praktijk
  • 2. novum = nieuwe feiten
  • 3. juncto = in samenhang met
  • 4. quid pro quo = voor wat hoort wat
  • 5. bona fide = te goeder trouw
  • 6. de auditu = van horen zeggen
  • 7. culpa = schuld
  • 8. in casu = in dit geval
  • 9. ne bis in idem = niet twee keer voor hetzelfde feit vervolgd kunnen worden
  • 10. unus testis nullus testis = één getuige, is geen getuige
  • 11. quod non = wat niet het geval is
  • 12. corpus delicti = voorwerp waarmee een misdrijf is gepleegd
  • 13. ad hominem = op de persoon
  • 14. aanhangig maken = een zaak starten
  • 15. kort geding = spoedprocedure, voorlopige voorziening
  • 16. wraking = rechter die van een zaak wordt gehaald wegens (vermeende partijdigheid)
  • 17. cassatie = beroep bij de Hoge Raad (kijkt naar procedure)
  • 18. notitie = advies over een bepaalde zaak, uitwerking van een vraagstuk
  • 19. jurisprudentie = geheel aan uitspraken van rechters
  • 20. tenlastelegging = aanklacht, juridische beschrijving van waar een verdachte van verdacht wordt 21. nietigverklaring = oordeel van een rechter dat een vorige uitspraak van een (andere) rechter niet geldig is
  • 22. repliek = datgene wat de eiser aanvoert ter weerlegging van hetgeen de gedaagde in de conclusie van antwoord heeft gesteld
  • 23. seponeren = beslissing van OVJ om de zaak niet voor de rechter te brengen
  • 24. bodemprocedure = procedure in zijn volledigheid
  • 25. vonnis = uitspraak van een kantonrechter
  • 26. bezwaarschrift = een bezwaarschrift is het schriftelijk stuk waarmee een besluit van een bestuursorgaan wordt aangevochten. Door het indienen van een bezwaarschrift wordt een bestuursrechtelijke procedure begonnen. !

Lekker om vanaf nu deze termen te kunnen gaan gebruiken als we moeten gaan trainingsacteren in een juridische omgeving !