Skip to main content

POLITIEKE SENSITIVITEIT EN GEMEENTELIJKE STRUCTUREN geschreven door MARGRIET ORANJE

Op 20 juni 2023 volgden wij de workshop “Politieke Sensitiviteit”.

Deze workshop werd gegeven door Jan Schellevis. Jan heeft ruime ervaring met het werken bij gemeenten als gemeentesecretaris, afdelingshoofd, adviseur, raadslid en wethouder. Jan kleurt in zijn werk graag buiten de lijntjes.

De leerdoelen van vanavond waren:

  • - Weten hoe de gemeente werkt in het stelsel van het Nederlandse openbaar bestuur;
  • - Rol kunnen schetsen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de gemeentesecretaris;
  • - Kunnen benoemen wat politieke sensitiviteit is.

De Nederlandse rechtsstaat heeft:

  1. Een rechterlijke macht;
  2. Een wetgevende macht (de Eerste en Tweede Kamer);
  3. Een uitvoerende macht.

Er zijn drie bestuurslagen:

  1. Het land (Tweede Kamer, Kabinet en de Minister President);
  2. De provincies (Provinciale Staten, Gedupeerde Staten en de Commissaris van de Koning(in));
  3. Gemeenten (Gemeenteraad, College van Burgemeester (B) en Wethouders (W) en Burgemeester).

Waar stem je op? Op de Tweede Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraad.

Er zijn 340 gemeenten in Nederland. De grootste is Amsterdam, de kleinste is Rozendaal.

De volgende vier organen zijn wettelijk verplicht bij iedere gemeente:

  1. Gemeenteraad;
  2. College van burgemeester en wethouders (B&W);
  3. Burgemeester;
  4. Gemeentesecretaris/algemeen directeur/Ambtelijke organisatie.

Een burgemeester wordt benoemd voor een periode van 6 jaar. Ook is de burgemeester de baas over de politie en gaat deze over de openbare orde en veiligheid.

Een voorbeeld van een conflict tussen twee organen, is: een wethouder wil een bepaalde kwestie prioriteit geven en de gemeentesecretaris zegt: “nee, dit gaan we niet doen, want iets anders is belangrijker”. Dit kan spanning opleveren. Wellicht kom je dit tegen tijdens je werk als trainingsacteur.

De gemeenteraad heeft de volgende drie taken/instrumenten:

  1. Kaderstellen;
  2. Controleren;
  3. Volksvertegenwoordiging.

De gemeenteraad verdeelt het geld en controleert de wethouders.

Politici zijn beïnvloedbaar. Hier kun je als burger gebruik van maken.

De gemeenteraad heeft de volgende instrumenten:

  • - Budgetrecht;
  • - Recht van amendement/motie;
  • - Recht van initiatief (bijvoorbeeld geld beschikbaar stellen);
  • - Vragenrecht;
  • - Recht van interpellatie (ingrijpen bij een acute gebeurtenis);
  • - Recht van onderzoek.

Wethouders worden benoemd door de gemeenteraad. De nieuwe wethouders en de burgemeester vormen samen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.

Wethouders werken zeven dagen per week. Ze worden regelmatig gebeld door bewoners en kunnen vier jaar lang geen andere activiteiten verrichten naast hun taken als wethouder.

Redenen voor een wethouder om in het eerste jaar te vertrekken, zijn:

  • - Onvoldoende match in het college;
  • - Persoonlijke omstandigheden (wethouderschap valt tegen);
  • - Te late, onjuiste informatie, niet nakomen van toezeggingen;
  • - Niet de juiste nevenfuncties opgegeven;
  • - Niet de juiste coalitie.

De rechter bepaalt of een persoon in strijd was met de wet.

Iedereen mag en kan gemeenteraadsvergaderingen bijwonen.

De definities van politiek bestuurlijke sensitiviteit zijn:

  • - Zich kunnen verplaatsen in de positie van politici; de complexe belangen onderkennen waar politici mee geconfronteerd worden; de politieke haalbaarheid van voorstellen kunnen inschatten;
  • - Anticiperen op – en onderkennen van de relevantie van – gebeurtenissen die van invloed zijn op het vigerend beleid en de positie van politiek/bestuurlijk verantwoordelijken.

Er zijn vijf bestuursstijlen:

  1. Politiek leider;
  2. Superambtenaar of Manager;
  3. Pragmaticus of Verbinder;
  4. Ambassadeur (populist);
  5. Meelifter of Beheerder.

We hebben een filmpje bekeken over een mondelinge ruzie tussen een wethouder en een journalist. De journalist filmt de wethouder en de wethouder laat zich verleiden om erg boos te worden. Jan vertelde dat het belangrijk is voor een wethouder om zichzelf te trainen hoe om te gaan met spanningsvolle situaties, om bijvoorbeeld te voorkomen dat er vervelende filmpjes van jou op social media belanden.

Eén van de deelnemers stelde de volgende vraag:

“Hoe zit het met de relatie tussen de burgemeester en politie?” Hierop antwoordde Jan:

“De politie denkt aan haar medewerkers en wil hen beschermen. Als voorbeeld nam hij een protest en het recht om te protesteren. De burgemeester denkt ook aan de maatschappij. De burgemeester moet de politie hierin tevreden houden. Het is voor de burgemeester dus belangrijk om een goede balans te vinden tussen het tevreden houden van de burgers en de politie.”

Mocht iemand een vraag hebben over een casus in het werk als trainingsacteur (met betrekking tot dit onderwerp), schroom dan niet om Jan hierover te mailen. Hij vindt het erg leuk om vragen te beantwoorden.

Voor mij was deze workshop een besefmoment dat ik zeer weinig kennis had van de rollen binnen de politiek. Ik wil Jan en de NVvT bedanken voor de leerzame avond. Ik heb nog veel te leren betreft dit onderwerp en vanavond was een mooi begin!

Margriet Oranje